Wie de hand vergeet die hem vasthoudt, wordt uiteindelijk een steen onder de voeten.
Zegen afsnijden snijdt ook de dankbaarheid af; ondankbaarheid brandt en laat as achter.
De karavaan gaat door; ondankbaren praten achter hun rug — maar de wegen blijven open.

Degenen die zich vastklampen als een schaduw verdwijnen als de zon weg is.
Ondankbaarheid is het vergiftigde zaad dat door liefde wordt gevoed; de vrucht is teleurstelling.
Wie het water vergeet dat je gaf, wat verwacht hij bij dorst?

Wanneer goedheid onbeantwoord blijft, slaat ondankbaarheid wortel.
De tong van een ondankbare is scherper dan een zwaard en verwondt vriendschap.
Wie goedheid niet erkent, vergiftigt de liefde.

Ondankbaarheid is het stille op slot doen van de deur van het hart.
Wie de gegeven waarde vergeet, verliest de grootste waarde.
Ondankbaarheid is de onzichtbare hand die vriendschap vergiftigt.

Wie oogcontact vermijdt, vergeet ook dankbaarheid.
Ondankbaarheid is zijn eigen graf graven.
Wie vergeet wat de hand gaf, breekt zijn eigen hart.
De woorden van een ondankbare zijn als een slangenbeet; onverwacht en giftig.
Wie geen dankbaarheid kan dragen, kan ook de lasten van het leven niet dragen.
Ondankbaarheid is de grootste woestijn in de menselijke ziel.
Wanneer goedheid met ondankbaarheid wordt beantwoord, komt de winter in je tuin.
Ondankbaarheid is een giftige slang in de tuin van het hart.
Sommigen vergeten de ontvangen goedheid en kiezen in plaats daarvan harde woorden.
De ondankbare is geneigd vriendschap te verkopen.
Wie dankbaarheid kent, vindt ook de zin van het leven.
Ondankbaarheid verandert vriendschappen in rook, waardoor alleen as overblijft.
Wie vergeet wat de hand gaf, verliest zijn eigen weg.
Ondankbaarheid is de stille wraak van de ziel.
Dankbaarheid is de eerste sleutel op de weg naar liefde; ondankbaarheid sluit de deur.
Ondankbaarheid is een zwart gat dat in het hart groeit.
Wie vergeet wat de hand gaf, vergeet ook de betekenis van vriendschap.
Ondankbaarheid is de grootste storm die de met liefde gebouwde brug vernietigt.